maandag 20 augustus 2007

Historici en toekomstperspectief

Vorige weer vrijdag was ik op een carrièredag van de faculteit Geschiedenis, voor bijna en pas afgestudeerden. Dit vanuit de gedachte dat het misschien niet verkeerd zou zijn eens iets nuttigs met mijn tijd te gaan doen, of een achterdeurtje te hebben voor het geval dat alles waar ik mij nu mee bezig houd mislukt.Dit soort dagen bezoek ik altijd met een redelijke portie tegenzin. Het enthousiasme dat er hangt, al die jonge mensen die staat te trappelen om aan hun loopbaan te beginnen.Pas sinds kort durf ik hardop voor mezelf te bekennen dat ik een hekel aan werken heb. Het is geweldig incorrect om te zeggen, te meer daar ik ook nog nooit echt gewerkt heb. Werken is voor mensen die zich niet kunnen vervelen. Werken is voor mensen die niks te doen hebben. Critici zullen nu zeggen dat ik daar niks over kan zeggen omdat ik blijkbaar geen idee heb wat het is en wat voor voldoening werken schenkt. En ik zal ze daarop gelijk geven, zonder tegenspreken zelfs.Het was overigens een mooie dag, vrijdag. Er hing een opgewekte sfeer van historici die het gaan maken. Dit werd ingegeven door de sprekers en workshopleiders, vrijwel allemaal historici die het gemaakt hadden. De één bouwde en verbouwde museumcollecties, een ander was informatietechnoloog, iemand werkte voor de werkgeversbelangenvereniging, er was een militair analist en een voormalig correspondent in Iran en het Midden-Oosten, nu journalist bij dagblad De Pers en bezig een eigen media-imperium op te bouwen. Allemaal vlotte jongens en meiden, allemaal een totaal onvoorspelbare carrière, allemaal hun tegenslagen overwonnen en een boel geluk gehad, zeiden ze zelf. En allemaal hadden ze maar één boodschap: luister naar nuttige adviezen maar volg altijd je eigen hoofd en je eigen plan. Met deze boodschap werden inhoudelijke vragen in de kiem gesmoord, want valt er nog te vragen na dit evangelie?Er gaat bij dergelijke bijeenkomsten meestal een korte golf van enthousiasme door de rijen, een gevoel van saamhorigheid, de bereidheid elkaar te helpen en elkanders lasten te dragen, wij historici, wij zullen de wereld laten zien wie we zijn en wat we kunnen. En ik ging er in mee, merkte ik, kreeg ook visioenen van een mooie, belangrijke functie, flink aanzien, een goed salaris en ontmoetingen met allemaal belangrijke mensen.Dáárom hou ik niet van deze dagen. Ik ben niet bang om te werken, ik ben bang om zin te krijgen in werken. Ik ben bang bevangen te worden door het enthousiasme voor werk. Graag zie ik dat 'in het zweet uws aanschijns' het karakter van een lijden en een straf behoudt, zodat ik mijn enthousiasme voor iets anders kan bewaren. We werken per slot om de bliksemse bende draaiende te houden.

Geen opmerkingen: